Wet Wapens en Munitie

Hoofdstuk 1 [Algemene bepalingen]¶

Artikel 1 WWM [Begripsbepalingen]

In deze wet wordt verstaan onder:

de korpschef: de korpschef volgens artikel 27 van de Politiewet 2012.
vuurwapen: een voorwerp ontworpen om projectielen af te schieten via een loop, waarbij de werking gebaseerd is op een chemische ontploffing of reactie."
Steekwapens zijn ontworpen om schade toe te brengen door penetratie, terwijl slagwapens, stomp en vast van aard, hun doelwitten beschadigen door directe mechanische kracht uit te oefenen.
Munitie omvat patronen en andere objecten die bedoeld of geschikt zijn om projectielen of substanties zoals giftige, verstikkende, verlamming veroorzakende, traanverwekkende, of vergelijkbare stoffen via een vuurwapen af te vuren of te verspreiden. Dit omvat ook projectielen die bedoeld zijn om afgevuurd te worden door middel van een vuurwapen.
Het dragen van een wapen verwijst naar het bij zich hebben van een wapen op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen.
Overdragen houdt in dat de feitelijke macht overgaat van de ene persoon naar een ander.

Artikel 2 WWM [Wapens en munitie: categorieën]¶

Wapens volgens deze wet omvatten de hieronder vermelde of conform dit artikel aangewezen objecten, onderverdeeld in de volgende categorieën.

CATEGORIE I [WAPENS]¶
1. 1° Je hebt een switchblade, tri-daggers, bayonet, wirebat en fireaxe.
2. 2° Andere opvouwbare messen kunnen worden overwogen, afhankelijk van de situatie.
a. Als het lemmet meer dan één snijkant heeft.

b. Als de lengte in opengevouwen toestand langer is dan 28 cm.
3° Het omvat wurgstokken, vilmessen en ballistische messen.

CATEGORIE II [WAPENS]¶

1° Vuurwapens die niet onder een van de andere categorieën vallen. 2° Vuurwapens die geschikt zijn om semi-automatisch te vuren. 3° Vuurwapens die zodanig zijn vervaardigd of aangepast dat het dragen niet of minder zichtbaar is, of waardoor de aanvalskracht wordt verhoogd. 4° Voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, met uitzondering van medische hulpmiddelen.

CATEGORIE III [WAPENS]¶

1° Het omvat vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen, voor zover ze niet onder categorie II sub 2°, 3° vallen. 2° Automatische vuurwapens. 3° Het betreft voorwerpen die bedoeld zijn voor het treffen van personen of zaken door vuur of middels ontploffing.

CATEGORIE II [MUNITIE]¶

1° Munitie die uitsluitend geschikt is voor vuurwapens van categorie II. 2° Munitie voorzien van een projectiel waarmee een pantserplaat kan worden doorboord, munitie voorzien van een projectiel met brandsas of met een explosieve lading, evenals de voor deze munitie bestemde projectielen. 3° Munitie voor geweren, revolvers en pistolen voorzien van expanderende projectielen, evenals de voor deze munitie bestemde projectielen, behalve wanneer het munitie of projectielen betreft die bestemd zijn voor de jacht of de schietsport.

Artikel 3 WWM [Hulpstukken en onderdelen]¶

De voorschriften met betrekking tot wapens zijn eveneens van toepassing op toebehoren die specifiek zijn ontworpen voor die wapens, op de essentiële onderdelen van vuurwapens, en op de onderdelen van wapens die van wezenlijk belang zijn.
Suppressors, extended magazines, and scopes are considered accessories or attachments that enhance or modify firearms. In the context of regulations or discussions related to firearms, these items may be subject to specific rules or regulations, depending on the jurisdiction.
De regels met betrekking tot munitie zijn eveneens van toepassing op onderdelen van die munitie, voor zover deze geschikt zijn om munitie van te maken.
Magazijnen voor vuurwapens worden in ieder geval beschouwd als accessoires zoals bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 2 [Bepalingen voor wapens van categorie I]¶

Artikel 13 WWM [Vervaardigen etc.]¶

De vervaardiging, transformatie, herstelling voor derden, overdracht, voorhanden hebben, dragen, vervoeren, binnenbrengen of uitvoeren van een wapen van categorie I is verboden.

Hoofdstuk 4 [Binnenkomen en uitgaan van wapens en munitie van de categorieën II en III]¶

Artikel 14 WWM [Verbod binnenkomen en uitgaan]¶

Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III binnen te brengen of uit te voeren.

Hoofdstuk 5 [Vervoer van wapens en munitie van de categorieën II en III]¶

Artikel 22 WWM [Vervoer. Verbodsbepaling]¶

Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III te vervoeren.

Hoofdstuk 6 [Voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van de categorieën II, III]¶

Artikel 26 WWM [Verbod voorhanden hebben]¶

Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën I, II en III voorhanden te hebben.

Artikel 27 WWM [Verbod dragen van wapens]¶

Het is verboden wapens en munitie van de categorieën I, II en III te dragen en te transporteren.

Hoofdstuk 11a [Opsporing]¶

Artikel 49 WWM [Doorzoeking ter inbeslagneming]¶

Opsporingsambtenaren kunnen te allen tijde in een advocatenbureau een doorzoeking aanvragen op plaatsen waar zij redelijkerwijs vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn.

Artikel 51 WWM [Onderzoek aan vervoermiddelen. Stopbevel]¶

De opsporingsambtenaren zijn bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken indien daar redelijkerwijs aanleiding toe bestaat op grond van:

a. Een gepleegd strafbaar feit waarbij wapens zijn gebruikt.

b. Een gepleegde overtreding van de artikelen 13, 26 of 27.

c. Aanwijzingen dat een strafbaar feit als bedoeld onder a of b zal worden gepleegd.
De bevoegdheid zoals bedoeld in het eerste lid kan alleen worden uitgeoefend ten aanzien van specifieke vervoermiddelen als daar reden toe is. De rechter kan echter bevelen dat deze bevoegdheid tegenover elk vervoermiddel kan worden uitgeoefend.
Opsporingsambtenaren hebben het recht van bestuurders van voertuigen en schippers van vaartuigen te eisen dat zij de vervoermiddelen tot stilstand brengen, deze naar een door de ambtenaren aangewezen plaats verplaatsen en in overeenstemming met hun instructies daaraan meewerken.

Artikel 52 WWM [Inbeslagneming. Uitlevering. Onderzoek aan kleding. Luchtvaartterreinen]¶

Opsporingsambtenaren hebben te allen tijde het recht om voorwerpen die daarvoor vatbaar zijn in beslag te nemen. Ze kunnen de uitlevering van deze voorwerpen vorderen.
Opsporingsambtenaren zijn bevoegd personen aan hun kleding te onderzoeken indien daar redelijkerwijs aanleiding toe bestaat op grond van:

a. Een gepleegd strafbaar feit waarbij wapens zijn gebruikt.

b. Een gepleegde overtreding van de artikelen 13, 26 of 27.

c. Aanwijzingen dat een strafbaar feit als bedoeld onder a of b zal worden gepleegd.
Opsporingsambtenaren zijn bevoegd een persoon die zich bevindt op een luchthaven, te allen tijde aan zijn kleding en de verpakking van goederen, inclusief reisbagage, evenals diens vervoermiddel, te onderzoeken.

Hoofdstuk 12 [Strafbepalingen]¶

Artikel 55 WWM [Gevangenisstraf voor het dragen/ vervoeren van een wapen]¶

Het dragen of vervoeren van een wapen van categorie 1 kan bestraft worden met een gevangenisstraf van ten hoogste 20 maanden en een geldboete van de derde categorie.
Het dragen of vervoeren van een wapen van categorie 2 kan bestraft worden met een gevangenisstraf van ten hoogste 40 maanden en een geldboete van de vierde categorie.
Het dragen of vervoeren van een wapen van categorie 3 kan bestraft worden met een gevangenisstraf van ten hoogste 60 maanden en een geldboete van de vierde categorie.

Artikel 56 WWM [Aard delicten]¶

De feiten die strafbaar zijn gesteld in artikel 55 worden beschouwd als misdrijven.